Het pedagogisch klimaat

Een veilige en vertrouwde omgeving vinden wij een voorwaarde voor goed basisonderwijs. Een kind dat zich veilig voelt, ontwikkelt zelfvertrouwen en een goed gevoel van eigenwaarde. Wanneer een kind lekker in z’n vel zit, is aan een belangrijke voorwaarde voldaan om goed te kunnen leren. Op school zullen we er alles aan doen om dat te bereiken.
Helaas kan het gebeuren dat een kind niet graag naar school gaat, niet lekker in z’n vel zit of dat het wordt gepest. Soms geeft het kind dat zelf aan, soms de ouders. Het kan ook zijn dat de leerkracht het signaleert op school. In alle gevallen proberen we er samen achter te komen wat er aan de hand is. Voor zover het achterliggende probleem te maken heeft met de school, met het leren of met de onderlinge omgang tussen de leerlingen, nemen we op school maatregelen om de situatie te verbeteren. Alleen een stukje extra aandacht kan al wonderen doen. Maar soms is er meer nodig.

We kunnen een kind extra individuele begeleiding geven in de klas of daarbuiten. Ook kunnen we, zo nodig, gebruik maken van ons pestprotocol. Maar niet altijd is de oorzaak van het probleem gerelateerd aan de school. Er kunnen problemen zijn in de thuissituatie, zoals echtscheiding, ziekte of traumatische ervaringen. Er kunnen factoren een rol spelen die te maken hebben met de persoonlijkheid van het kind. Dan willen we een luisterend oor en een helpende hand bieden.

Tegelijkertijd stellen we vast dat de taak van de school en de reikwijdte van onze zorg begrensd is. De zorg van de school zal zich dan richten op het adviseren en doorverwijzen naar andere vormen van hulpverlening, zoals huisarts, JGZ of ander gespecialiseerde organisaties. De school kan voor leerlingbegeleiding terugvallen op de schoolbegeleidingsdienst, logopedie en schoolmaatschappelijk werk.

Melding kindermishandeling

Binnen onze schoolstichting is de afspraak gemaakt dat in geval van vermoeden van huiselijk geweld/kindermishandeling wij als school aangifte doen bij het Advies- & Meldpunt Kindermishandeling Nederland. Alle leerkrachten werkzaam bij Stichting Floreant hebben een digitale cursus gevolgd om deze signalen te kunnen herkennen.
meldcode_huiselijk_geweld_en_kindermishandeling.pdf

Passend onderwijs

Op 1 augustus 2014 is de wet op het Passend Onderwijs ingevoerd. Onze school is ingedeeld in één van de 72 regio’s van ons land, namelijk regio 23/05. In deze regio werken alle basisscholen samen met de scholen voor speciaal (basis)onderwijs. Onze regio heeft een verdeling gemaakt in een aantal sub regio’s. Wij zijn ingedeeld bij de deelregio Veld, Vaart & Vecht, afdeling Ommen en omstreken.

Met elkaar dragen we de verantwoordelijkheid voor het onderwijs aan alle kinderen. We noemen dat zorgplicht. Hierdoor kunnen meer kinderen dan voorheen op een gewone basisschool onderwijs krijgen. De nieuwe wetten geven ruimte voor meer eigen beleid hierin. Om duidelijk aan te geven hoe we op de Kardoen omgaan met passend onderwijs, hebben we een schoolondersteuningsprofiel (SOP) geschreven. In dit SOP staat beschreven wat we kunnen bieden in het kader van Passend Onderwijs op onze school en wat onze grenzen en ambities zijn. Met elkaar hebben we vastgesteld dat onze school De Kardoen klaar is om de basisondersteuning op goede wijze vorm en inhoud te geven. In de extra- en externe ondersteuning kunnen we en willen we de komende jaren verder groeien en daarvan zullen we u op de hoogte houden.

Elke school zorgt voor basisondersteuning

De basisondersteuning laat zien wat de mogelijkheden van de school zijn om ondersteuning in te zetten. Dit zijn onder andere afspraken met betrekking tot:
-Een aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie
-Toegankelijkheid van schoolgebouwen, aangepaste werkruimtes en hulpmiddelen voor leerlingen die dat nodig hebben
-Programma's en methodes op het gebied van sociale veiligheid en het voorkomen en aanpakken van gedragsproblemen
-Een protocol voor medische handelingen

Extra ondersteuning

Soms zijn er ook leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben dan alleen basisondersteuning. Dat kan gerealiseerd worden door extra ondersteuning.

Op De Kardoen hebben we de volgende expertise binnen ons team:
Expertise op gebied van hoogbegaafdheid
Expertise op gebied van moeilijk lerende kinderen
Expertise op gebied van gedragsproblemen
Expertise op het gebied van NT2-leerlingen.

We maken ook gebruik van de kennis van externe partners, bijvoorbeeld:
-De Ambelt, school speciaal onderwijs (gedragsproblemen)
-Onze ‘eigen’ externe begeleider van Centraal Nederland (orthopedagoog)
-Johan Seckelschool (school voor speciaal basisonderwijs)
-GGD
De extra en externe ondersteuning wordt georganiseerd in zogenaamde arrangementen, die we zelf beschikbaar hebben of inkopen bij (andere scholen van) het samenwerkingsverband. De middelen hiervoor worden verstrekt door het samenwerkingsverband.

Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben of een aangepast onderwijsprogramma volgen, wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld.
-Een ontwikkelingsperspectief is verplicht voor leerlingen die begeleid worden vanuit cluster 1-2-3-4. Zij worden vaak begeleid door een specialist vanuit het Samenwerkingsverband.
-Leerlingen die de einddoelen van de basisschool niet gaan halen (dit kan alleen na onderzoek van een orthopedagoog, beschreven in een onderzoeksverslag). Deze leerlingen krijgen meestal aangepaste leerstof op hun eigen niveau. Vaak voor taal, spellen en rekenen.
De Commissie Arrangeren en Toelaten (CAT) van het Samenwerkingsverband Ommen bepaalt uiteindelijk op basis van onderwijskundige rapporten of het kind toelaatbaar is op het speciaal (basis) onderwijs. Daarnaast kan de school advies inwinnen bij het CAT m.b.t. leer-en/of gedragsproblemen.

Kinderen die extra zorg nodig hebben

De groepsleerkracht houdt in de gaten hoe het met de leerlingen gaat. Tijdens de basisschoolperiode kunnen zich bij de ontwikkeling van de kinderen natuurlijk problemen voordoen. Dit kan zijn bij het onderwijsleerproces, op het gebied van spraak, op lichamelijk gebied, op sociaal en emotioneel gebied of bij het gedrag. Twee keer per jaar worden aparte toetsen afgenomen voor taal, lezen en rekenen. Twee keer per jaar beschrijven we ook de sociale en emotionele ontwikkeling. Bovendien zijn er toetsen die bij de methoden horen. De intern begeleiders bespreken de resultaten van de toetsen met de leerkracht.

Soms wordt een handelingsplan opgesteld. Dit plan wordt aan de ouders ter ondertekening voorgelegd. Hierin staat wat er extra met de leerling moet gebeuren. Dat kan omdat het niet zo goed gaat, of omdat het juist heel erg goed gaat. Extra zorg bieden we in eerste instantie zoveel mogelijk aan in de klas, tijdens de gewone lessen, zodat de groepsleerkracht zelf die extra zorg kan bieden. Op deze manier proberen we om het kind weer zover te krijgen dat het weer met de groep mee kan doen.

Ook kan de school de hulp van gespecialiseerde deskundigen inschakelen:
-De schooladvies- en begeleidingsdienst (SBD)
-Ambulant begeleider van de speciale school voor basisonderwijs
-Een logopedist
-Een schoolarts
Als een kind extra zorg nodig heeft, is er contact met de intern begeleider. In overleg kan het kind worden aangemeld bij het zorgteam van de school. Het zorgteam bestaat uit de interne begeleider, de groepsleerkracht, indien gewenst de directeur en eventueel aangevuld met externe deskundigen. Eens per twee maanden wordt binnen dit team de zorg aan deze leerlingen besproken en geëvalueerd. Als er een hulpvraag is, wordt er een handelingsplan opgesteld. In dat plan wordt beschreven:
-Wat de hulpvraag is
-Hoe de beginsituatie is
-Welk doel we willen bereiken
-Welke middelen we daarvoor gebruiken
-Hoe, wanneer en door wie deze handelingen worden geëvalueerd.
De groepsleerkracht, en in voorkomende gevallen de IB-er, houdt hiervan de ouders op de hoogte. Het is ook mogelijk dat een kind een eigen leertraject krijgt. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders.

Als uw kind meer uitdaging nodig heeft

Behalve kinderen die extra zorg nodig hebben, zijn er ook kinderen die extra uitdaging nodig hebben. Deze meerbegaafde kinderen (op cognitief gebied) mogen hun normale stof compacten. Zij hoeven dus minder te oefenen. Daarnaast krijgen zij verplichte verrijkingsstof. Opdrachten die meer uitdaging aan de kinderen geven. In de klassen staan er zogenaamde leveldozen, waarin deze uitdagende leerstof zit. Samen met de leerkracht wordt er een plan gemaakt om deze stof binnen de dag- of weektaak te gaan maken. Voor een aantal meerbegaafde leerlingen die voldoen aan onderstaande beschrijving is er binnen Stichting Floreant een plusklas. Deze plusklas is opgericht voor leerlingen die op de toetsen een echt hoge score halen. Deze kinderen moeten ook de nodige denkcreativiteit hebben en goed gemotiveerd zijn. De Plusklas draait één ochtend in de week op locatie het Koloriet. Kinderen kunnen vanaf medio groep 3 naar de Plusklas. De Plusklas wordt bemand door drie leerkrachten die daarvoor opgeleid zijn. Ouders van kinderen die hiervoor in aanmerking komen, worden door de school benaderd.

Het leerlingdossier

Van elk kind wordt een digitaal leerlingendossier bijgehouden. Dit dossier bevat gegevens over de schoolvorderingen en de toetsscores. Ook eventuele verslagen van oudergesprekken, zorgbegeleiding en handelingsplannen worden hierin bewaard. Het leerlingendossier is strikt vertrouwelijk en wordt ook als zodanig bewaard. Als ouder mag u het dossier op de school inzien en een aantal zaken is sinds vorig schooljaar ook via het ouderportaal in te zien.

Externe ondersteuning

We kunnen niet alles alleen en maken gebruik van deskundige onderwijsspecialisten van de educatieve dienstverlening, zoals Centraal Nederland en de IJsselgroep. (dit zijn de vroegere onderwijsbegeleidingsdiensten). Zij ondersteunen ons bij de algemene schoolontwikkeling en doen specialistisch onderzoek.

Interne begeleiding - leerlingzorg

De Intern Begeleider coördineert de zorg rond de leerlingen en is daarvoor aanspreekpunt binnen de school. De IB’er is samen met de directeur lid van het zorgteam en draagt verantwoordelijkheid voor het leerlingendossier en voor de zorg rondom kinderen met een zorgindicatie. Ook geeft de IB’er advies en ondersteuning aan leerkrachten en ouders. De IB’er draagt bij aan de ontwikkeling van het onderwijskundig (zorg)beleid van de school. We hebben een IB'er voor de onderbouw (groep 1 t/m 4) en een IB'er voor de bovenbouw (groep 5 t/m 8).

Op De Kardoen hebben we een uitgebreide orthotheek. Daarin kan de leerkracht extra hulpmiddelen vinden om kinderen te helpen. De Intern Begeleider bespreekt de kinderen met een handelingsplan regelmatig met de betreffende groepsleerkracht. Ook de schoolbegeleidingsdienst en deskundige leerkrachten van andere scholen kunnen geraadpleegd worden. Toch lukt het dan soms niet om een kind goed te laten leren. Dan kan er besloten worden om het kind een groep over te laten doen of we zoeken naar een speciale school voor basisonderwijs.

De ouders worden door de leerkracht en/of de Intern Begeleider steeds op de hoogte gehouden. We leren steeds nauwkeuriger te kijken naar kinderen. En dat levert ons en u een schat aan informatie op. Om dit goed te kunnen doen is regelmatige bijscholing van de leerkrachten noodzakelijk.

Het volledige School-Ondersteuningsprofiel (SOP) is hier te lezen:
School-OndersteuningsProfiel 2022-2026.pdf